Carel W. Gersdorf
Carel W. Gersdorf was directeur van de Turmac fabriek in Zevenaar. Hij woonde in Arnhem en door zijn geloofsopvatting besefte hij kort na de bezetting al, dat hij deze onderdrukking niet zomaar kon accepteren. Hij vormde met geloofsgenoten een verzetsgroepje, dat zich -geweldloos- bezig hield met hulp aan onderduikers en financiering van het verzet.
Turmac fabriceerde sigaretten. Toen de eerste groep personeelsleden voor de Duitsers moest gaan werken deed de directie hen op indrukwekkende wijze uitgeleide.
Ook liet Gersdorf sigaretten uitdelen aan geallieerde krijgsgevangenen, toen die station Zevenaar aandeden en niet aan de begeleidende Duitse soldaten. Dit schoot in het verkeerde keelgat.
Op 9 september 1944 moest Gersdorf zich melden bij het hoofdkwartier van de SD in Arnhem. Dat gebeurde wel vaker; hij verwachtte min of meer een order te krijgen. Maar hij werd aangehouden en wreed verhoord. Tegen de avond werd hij uit zijn cel gehaald en op transport gesteld naar Kamp Amersfoort.
Onderweg op de Arnhemseweg -ter hoogte van de Stoppelbergweg- in Beekbergen beval de leider van het transport: Untersturmführer Enkelstroth, de chauffeur te stoppen. Gersdorf moest uitstappen en werd ter plekke -van achteren- doodgeschoten. Enkelstroth liet het lichaam achter en keerde terug naar Arnhem, waar hij meldde dat Gersdorf “Auf der Flucht erschossen” was.
Carel Gersdorf werd 50 jaar en liet een vrouw en twee zoons na.
Enkelstroth kreeg voor deze en andere oorlogsmisdaden in 1948 de doodstraf. In 1949 werd deze omgezet in 15 jaar gevangenisstraf, maar hij werd in 1951 vrijgelaten. Hij overleed op 48-jarige leeftijd in 1955.