Verhaal 5 mei 2022
Ik ga het verhaal vertellen over de familie Pinkevych die voorlopig aan de Dorpstraat in Beekbergen wonen, een van de vele Oekraïense gezinnen die genoodzaakt waren om te vluchten uit hun thuisland.
Twee maanden van tevoren werd de onrust gemeld door school. Sasha, een 17-jarig meisje, dochter van het gezin, zat op een internationale school in Kiev en iedereen ging terug naar hun thuisland. ‘Stupid Americans, don’t panic’ dacht zij nog, het komt wel goed. Niemand uit Oekraïne had het verwacht. Twee maanden later werd Sasha midden in de nacht wakker door knallen, zij wist niet wat het was dus sliep door. Sasha kwam later beneden en hoorde veel geroezemoes, zij dacht dat haar familie een film aan het kijken was. De hele familie stond in paniek met elkaar te praten, het nieuws van de oorlog kwam net uit. De geluiden uit de nacht bleken bommen te zijn geweest. Haar school werd ook afgelast. Sasha’s vader, die werkte in Slovenië, moest eigenlijk al eerder terugkomen uit Slovenië maar dit kon niet vanwege het vliegveld wat gebombardeerd was. ‘One day, one bomb and it’ll be back to normal’, één dag, één bom en het zal weer normaal zijn bleef iedereen maar denken.
Diezelfde middag was het laatste wat ze zag vanuit hun appartement op de 24e etage een file aan auto’s, waaronder ook Oekraïense militairen die onderweg waren naar Russische troepen. Tevens was deze file de volgende dag weg, het land had een lockdown. Het was toen doodstil…
De familie had zich verplaatst naar ander appartement op de 2e etage voor veiligheid. In het begin voelde de familie zich nog veilig, de Russen vielen alleen militaire basissen aan. Helaas veranderde dit snel. Nadat de Russische militairen het kinderziekenhuis in Kiev bombardeerde, en ook auto’s beschoten, voelde zij zich niet meer gerust. Sasha en haar familie pakten alvast hun spullen omdat ze naar een bunker zouden gaan, een onafgemaakte ondergrondse parkeerplaats met maar één uitgang; een groot risico dus. Buiten was het -18C dus hun bagage bestond voornamelijk uit warme kleding. Eenmaal in de parkeerplaats zagen zij velen andere die ook veiligheid zochten, helaas werd de parkeerplaats later gesloten om het feit dat er maar 1 uitgang was, dit was té gevaarlijk.
De lockdown was nog steeds aan de gang, en als gevolg mocht je eens per vier dagen naar buiten voor boodschappen, voor veiligheid van de burgers. Voorraden in de winkels konden niet aangevuld worden, dus snel stonden de winkels leeg. Gelukkig hadden de Oekraïners hier snel wat op gevonden, het volk bood zelf producten aan; mensen gingen brood bakken, voorraden wat zij hadden werden uitgedeeld, er bestond een echte eenheid in de natie. Ook gingen boeren en andere groepen wapens stelen van de Russen en gaven deze aan de Oekraïense militairen. Wat hen ook erg hielp was de media, deze zorgde voor eenheid, door de steun uit andere landen voelde zij zich allemaal als één en kregen zij weer hoop om door te gaan.
Hun vader Andréi, die nog in Slovenië zat, vroeg rond voordat de oorlog begon aan zijn collega’s of het een echt risico was, iedereen stelde hem gerust dat er niks aan de hand was. Nu de vlucht naar huis geannuleerd was begonnen zij ook de realiteit in te zien. Hij wilde er alles aan doen om terug naar Kiev te gaan, al was dit niet veilig, hij wilde terug naar zijn familie.
Mensen raakte gewend aan de knallen en alarmen buiten. Iedereen bleef binnen, vooral door die vreselijke kou. Mensen trokken wel naar metrostations die werden gebruikt als onderdak. Ook werden burgers erg bang voor spionnen, Oekraïense mensen die werden omgekocht om mijnen in huizen en gebouwen te plaatsen. Hierdoor werd er extreem goed bijgehouden wie in en uit de gebouwen gingen. In het appartementencomplex van de familie werden schema’s gemaakt voor wanneer je weg mocht om het overzicht te bewaren, helaas was dit niet meer bij te houden toen militairen soms binnenkwamen. Gelukkig hebben Sasha en haar familie de mijnen ontweken.
Vrienden van de familie vertelde hoe zij hun dorpje verlieten, en deze 20 minuten later compleet werd gebombardeerd. Mensen werden steeds banger, ook liet de familie ’s avonds de lampen uit en de gordijnen dicht, alleen de televisie bleef aan. Een Israëlische collega heeft hen geholpen met het vluchten. Hij heeft geregeld dat de familie mee kon rijden achter 2 bussen aan, van de Israëlische ambassade, om het land uit te rijden. Toch wilde de familie eerst blijven, de grootouders waren ook erg bang om beschoten te worden op straat. Uiteindelijk hebben zij toch de keuze te maken om te gaan. Allereerst wilde ze met de trein gaan, bij nader inzien leek de auto toch een beter idee. Dit treinstation is later beschoten en heeft de familie door een goede keuze ontweken.
Onderweg naar de bussen moesten zij tussen enorme hopen puin rijden. Dit was vreselijk om te zien, gebombardeerde gebouwen, afgebrande auto’s, het stopte maar niet. Sasha heeft de hele rit de hand van haar broertje vastgehouden. Eindelijk kwamen zij bij de bussen aan. Een rit van normaal 15 minuten duurde nu wel bijna een uur. Als je Joods was had je voorrang in de bussen, hierdoor heeft de familie overal wezen zoeken in hun stamboom voor Joods bloed, helaas was er niks in de geschiedenis. Toch is het hen gelukt om 2 uit hun familie in de bus te krijgen, de rest reed er achteraan. Met snelheden tussen 120-150km/u reden zij weg, het land uit. Drie auto’s volgde de bussen, waarvan eentje jerrycans met benzine had, hierdoor hadden zij genoeg voor de rit. Bij dezelfde grens stonden veel vrijwilligers wie benodigdheden brachten: tandenborstels, eten en drinken.
Hun vader is van Slovenië naar Roemenië gevlogen en heeft hen opgewacht in de buurt van de Roemeense grens. Helaas hebben zij wel 7 uur in de file moeten staan met hun auto. Toen zij ’s avonds eindelijk in een hotel aankwamen, waren ze kapot. De moeder van Sasha heeft van 7 uur ’s ochtends tot 3 uur ’s nachts gereden, terwijl zij nooit langer heeft gereden dan 40-50 kilometer. Zij kwam met verkrampte handen uit de auto. Moeder barstte na iets kleins in huilen uit, zij heeft zich de hele dag enorm sterk gehouden. Sasha zij nog expliciet: “Ik weet niet hoe ze het deed, maar mam is de hele weg rustig gebleven en hield iedereen kalm”. Met zijn allen hebben zij wel een uur gehuild; eindelijk waren ze uit de chaos.
De volgende dag schrok de familie van het ‘normale leven’, mensen die lachend op straat liepen, auto’s die rustig rondreden. Al na een korte tijd was hun perspectief van ‘normaal’ compleet veranderd. Uit automatisme deed de familie soms nog de gordijnen dicht en lieten zij de lampen uit. Zij bleven een tijd bang voor geluiden uit de lucht, op straat, ze hebben wel 3 weken last van een soort PTSS gehad. Zelfs nu schrikt de familie soms nog door harde geluiden buiten. Sasha heeft nog steeds regelmatig last van nachtmerries, gelukkig voelt ze zich hier wel erg veilig.
Er zijn nog een aantal vrienden en familieleden achtergebleven, de oma van Sasha, oom & tante en hier de kinderen van. Deze maken het nog goed.
Elke avond brengen zij nog een toost uit voor de mensen die hen hebben geholpen, inclusief mijn vader.