Evert Blom
Schoenmaker Evert Blom werd vanwege verzetsdaden op 19 januari 1943 door de SD opgehaald uit zijn huis aan de Dorpstraat.
Hij werd naar het Huis van Bewaring in Arnhem gebracht, waar hij bruut werd verhoord. Vervolgens moest hij naar Kamp Vught. In mei 1944 werd hij met andere leden van de verzetsgroep ter dood veroordeeld en naar het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen gebracht.
Na D-Day brengt men hem terug naar Kamp Vught, waar zijn zoon Hans nog steeds was. In september ’44 werd dat kamp ontruimd, vanwege de geallieerde opmars. Vader en zoon hoorden tot de gevangenen die op 6 september ’44 op transport naar Sachsenhausen werden gesteld.
Op 19 februari is de heer E.A. Blom overgebracht naar Bergen-Belsen. In het archief van het Rode Kruis wordt aangenomen, dat hij daar tussen 5 april en 31 mei 1945 is komen te overlijden.