Jan Schut
Jan Schut was wachtmeester bij de Koninklijke Marechaussee. Vanaf 1941 nam hij deel aan het verzetswerk.
Vanwege zijn werk had hij een motor. Met deze Harley vervoerde hij o.a. wapens naar de top van de L.K.P. (landelijke knok ploeg) in Rotterdam. Toen hij eens zonder benzine kwam te staan tapte hij benzine uit een geparkeerd staande Duitse vrachtwagen, volgens de overlevering terwijl de Duitsers nog in de cabine zaten!
Tijdens het verhoren van een gevangengenomen verzetsmedewerker werd zijn naam genoemd en viel Jan Schut in handen van de SD.
Toen de Duitse Ortskommandant in Apeldoorn 4000 mannen opriep om te gaan werken aan versterkingen langs de IJssel, kwamen er (op 29 september 1944) maar 36 mensen opdagen. Als afschrikwekkend voorbeeld besloot men verzetslieden te executeren.
Schut werd met 7 anderen in de nacht van 1 op 2 oktober naar Het Apeldoornsche Bosch gebracht. (Onder hen was ook Jan Barendsen) Daar werden zij om 5 uur in de ochtend gefusilleerd. ’s Morgens bij het wakker worden troffen Apeldoornse burgers de slachtoffers aan op verschillende plaatsen in Apeldoorn, met een bord: ‘Terrorist’ erbij. Schut werd neergelegd aan de Nieuwstraat, hoek Badhuisweg. De lichamen zijn daar nog een aantal dagen blijven liggen om de Apeldoornse bevolking angst aan te jagen.